Van groentetuin naar terras
12 maart, 2014 | door Martin Liebregts
Bijna een eeuw heeft de tuin in stedelijke gebieden, naast siertuin, ook de functie van groentetuin gehad. Het begon met de opzet van de tuinsteden, waarbij het gemeenschappelijk groen een recreatieve functie had en de privé-tuin achter de woning ook een belangrijke economische betekenis had als groentetuin. De tuin vormde een omheind stuk grond, afgescheiden van de rest, zoals de oorspronkelijke betekenis inhoudt.
Deze ontwikkeling was voorafgegaan door de opkomst van volkstuinen in de negentiende eeuw, die dienden als compensatie voor het tekort aan buitenruimte nabij de woningen in de stad (1). Ook hier heeft in de loop der tijd een verschuiving van functie plaatsgevonden.
De functie en de grootte van de tuinen bij eengezinswoningen hebben in de loop der tijd een structurele verandering ondergaan:
- De groentetuin. Tot medio jaren vijftig vormt deze functie een dominante gebruiksvorm. Direct grenzend aan de woning bevond zich een terras, vaak in combinatie met tuindeuren. In de rest van de tuin werden groenten verbouwd. Veel nieuwe stadsbewoners kwamen naar de stad vanuit het platteland, waar het gangbaar was de eigen groenten te telen.
- De opkomst van de siertuin in de jaren zestig van de vorige eeuw. De economische groei ging gepaard met extra inkomen en welvaart. De groente werd in de tijd gewoonlijk gekocht bij de groenteboer.
- De recreatie- of speeltuin. Gedurende de jaren zeventig van de vorige eeuw krijgt het kind een steeds belangrijkere rol in de woning en woonomgeving. Dit heeft ook consequenties voor de tuin. Tegelijkertijd wordt de tuin een onderdeel van de vrije tijdsbesteding met ‘groene’ vingers.
- De buitenkamer. Geleidelijk aan wordt de tuin omgetoverd tot een buitenkamer met speciaal meubilair en inrichting. Het krijgt het karakter van een ‘grote’ buitenkamer (circa 45 m2).
- De opkomst van de stadstuin. De buitenruimte, grenzend aan de begane grond, wordt qua afmetingen verder gereduceerd tot circa 15 Ã 20 vierkante meter. Veelal dakterrassen moeten dit tekort compenseren.
De veranderende functie van de tuin is gepaard gegaan met kleinere percelen in de nieuwbouw. Dit proces werd extra versterkt door de toegenomen grondprijs. De percelen voor eengezinswoningen zijn de afgelopen decennia verminderd met zo’n 20 procent.
Het gebruik van de tuin heeft dus meerdere invullingen (2, 3). Voor de bestaande bouw uit de periode tot 1990 is te overwegen de bestaande tuinen aan de achterzijde te gebruiken voor de ontlasting van de overvolle straten met auto’s. Zo wordt het gebruik van de grond beter afgestemd op de veranderende omstandigheden.
(1)Â In 1838 ontstond in Franeker de eerste organisatie van volkstuinen in Nederland. Nu, in 2014, zijn 240 duizend volkstuinen aangesloten bij circa duizend verenigingen. Tot medio 1950 betrof het moestuinen, nu hebben ze steeds meer een recreatieve functie (met tuinhuisjes en al).
(2) ‘Zomer- en winterwonen’, Martin Liebregts, Kennisbank Bestaandewoningbouw.nl , 30 augustus 2011
(3) ‘Ruimtebeleving met de seizoenen’, Martin Liebregts, Kennisbank Bestaandewoningbouw.nl, 19 juli 2012

Categorie: Stedenbouw en architectuur, Voorraad, Wonen| Reacties uitgeschakeld voor Van groentetuin naar terras
Je kunt niet meer reageren!